Twee jonge Colombianen, Luna y Juan, wonen in de buitenwijken van een Buenos Aires zonder Argentijnen. Hun relatie schommelt tussen tedere gebaren en gewelddadige explosies. Alles tussen hen wordt gaandeweg intenser: hun spelletjes, gevechten, roekeloosheid en zelfs hun eentonigheid. Maar er verandert iets wanneer Federica opduikt, waardoor de fragiele aard van hun relatie in een crisis terechtkomt en de decadentie waarin ze terecht zijn gekomen, wordt onthuld.