Ottone en Savio, twee sluwe mensen van Etruskische afkomst, zijn in Griekenland. Ze worden gered door niemand minder dan Paris en Helen als ze zich voordoen als twee arme verdwaalde reizigers. In het paleis van Menelaüs maken ze misbruik van banketten en vrouwen. Ulysses arriveert echter, kent de twee schurken en laat ze wegjagen. De twee komen dan aan bij het paleis van Priamus, waar ze erin slagen zulke misdaden te begaan dat ze in de gevangenis worden gezet. Helen doet haar best om hen te bevrijden, maar Menelaüs en zijn mannen arriveren om Troje in brand te steken.